Ruim een jaar in de raad, ‘dit heb ik nog nooit meegemaakt’.

Maud van der Meer vertelt.

Toen ik anderhalf jaar geleden in de gemeenteraad kwam, was het al vrij snel duidelijk: er was iets veranderd. Want niet ik als nieuweling zei vaak: ‘dit heb ik nog nooit meegemaakt’ of een variant op ‘vroeger was het anders’. Nee, deze uitspraken werden gedaan door collega raadsleden die al langer meedraaien dan 1 raadsperiode.

Er was ook wel degelijk iets veranderd. De zetelverdeling zag er anders uit, er was een partij bijgekomen, nieuwe mensen op de stoelen, van alles. Maar eerlijk is eerlijk, ik kon het op een gegeven moment niet meer horen.

Ik had niet gedacht dat ik na anderhalf jaar diezelfde woorden uit zou spreken. Maar tijdens de extra commissie middelen waarin we als raad vragen konden stellen over de bezuinigingsopties was het zo ver. De volledige oppositie koos ervoor om 1 oppositielid een brief voor te laten lezen, en vervolgens de beraadslaging te verlaten. Ontevreden met alles, heeft de oppositie de vergadering gevolgd vanaf de tribune.

Ik begreep en begrijp er nog steeds niks van, je bent gekozen als volksvertegenwoordiger, en kiest ervoor om niks te zeggen. Zelfs na herhaaldelijke uitnodigingen van de wethouder en andere partijen, koos de oppositie ervoor om in ganzenpas richting de tribune te gaan. Dit had ik nog nooit meegemaakt.

Nadat mijn verbazing en ongeloof is gezakt weet ik het inmiddels zeker: ik zit aan de goede kant van de tafel, tussen de juiste mensen. Alleen door met elkaar in overleg te gaan, en naar elkaar te luisteren kunnen we mooie dingen doen voor onze gemeente. Zeker als het gaat om bezuinigingen, ik blijf aan de vergadertafel zitten!